Hoe streven naar foutloosheid kan leiden tot stress, uitstel en stilstand.
.jpg)
Perfectionisme lijkt op het eerste gezicht een kwaliteit. Het wordt vaak gezien als bewijs van discipline en hoge standaarden. Maar in de praktijk werkt perfectionisme verlammend: het zorgt voor stress, uitstelgedrag en verlies van creativiteit.
Bij The Behaviors zien wij dat perfectionisme bij medewerkers in organisaties steeds vaker de kop opsteekt. Technologische ontwikkelingen, hoge prestatiedruk en voortdurende vergelijking met anderen maken dat veel professionals gevangen raken in het streven naar foutloosheid.
Perfectionisme is niet hetzelfde als streven naar kwaliteit. Het draait om de overtuiging dat je nooit goed genoeg bent en dat fouten koste wat kost vermeden moeten worden.
Belangrijk onderscheid:
· Gezonde standaarden → streven naar kwaliteit, met ruimte voor leren.
· Perfectionisme → verlammende angst om te falen en voortdurende zelfkritiek.
Adam Grant: "Doe je best" is te vaag
Veel mensen denken dat perfectionisme bestreden kan worden met het advies “Doe gewoon je best.” Maar Adam Grant wijst erop dat dit juist de verkeerde remedie is.
· Te vaag: je weet niet precies waar je naartoe werkt.
· Moeilijk te meten: je kunt je eigen vooruitgang lastig inschatten.
· Weinig effectief: uit experimenten blijkt dat mensen die enkel “hun best doen” vaak slechter presteren en minder leren dan mensen die werken met duidelijke, uitdagende doelen.
Het betere alternatief: specifieke, uitdagende doelen. Die geven richting, energie en maken vooruitgang zichtbaar.
· Lagere productiviteit: perfectionisten blijven hangen in details.
· Minder innovatie: angst om fouten te maken belemmert experimenten en leren.
· Mentale druk: perfectionisme hangt sterk samen met stress en burn-out.
· Vergelijkingscultuur: teams waarin fouten taboe zijn, werken minder goed samen.
Onderzoek toont aan dat perfectionisten vaak in een neerwaartse spiraal terechtkomen.
· Ze leggen de lat steeds hoger.
· Kleine imperfecties krijgen onevenredig veel aandacht.
· Taken worden eindeloos uitgesteld of afgezwakt.
· Energie gaat vooral naar verfijnen van bestaande vaardigheden, in plaats van het ontwikkelen van nieuwe.
· Fouten voelen als zware mislukkingen, waardoor motivatie en zelfvertrouwen afnemen.
Het resultaat: tunnelvisie, stilstand en verlies van leervermogen.
Perfectionisme kan zelfs leiden tot mentale blokkades waarbij automatische handelingen plots niet meer lukken. In de sportwereld bekend als:
· De “twisties” bij turnen en schoonspringen.
· Lost move syndrome bij trampolinespringen.
· De yips bij golf of honkbal.
Ook in organisaties zie je dat perfectionisten onder druk kunnen “vastlopen”: beslissingen worden vermeden, presentaties worden uitgesteld en vertrouwen in eigen kunnen verdwijnt.
1. Normaliseer fouten – maak fouten bespreekbaar en gebruik ze als leerervaring.
2. Werk met uitdagende doelen – concreet, duidelijk en motiverend.
3. Herdefinieer succes – waardeer niet alleen het eindresultaat, maar ook proces en leerstappen.
4. Stimuleer zelfcompassie – help medewerkers milder naar hun eigen prestaties te kijken.
5. Omarm ‘goed genoeg’ – een tijdige, praktische oplossing is vaak waardevoller dan eindeloos polijsten.
Perfectionisme lijkt aantrekkelijk, maar is in werkelijkheid een valkuil. Het leidt tot uitstelgedrag, blokkades en verlies van leervermogen. Juist door fouten toe te staan, duidelijke en uitdagende doelen te stellen en ‘goed genoeg’ te waarderen, ontstaat ruimte voor groei, innovatie en duurzame prestaties.
Takeaway: Zoals Adam Grant stelt: niet “je best doen”, maar uitdagende en betekenisvolle doelen stellen is de sleutel om perfectionisme te doorbreken.